Kinderen kunnen problemen ondervinden met lezen, schrijven, rekenen. De aangeboden leerstof in de klas wordt dan moeilijker verwerkt. Er is sprake van een leerprobleem. Wanneer deze leerproblemen ondanks extra begeleiding op school hardnekkig aanwezig blijven, kan er sprake zijn van een leerstoornis. In dit geval spreekt men over dyslexie, dysorthografie of dyscalculie. Leerproblemen en/of leerstoornissen kunnen zich situeren op één domein of komen in combinatie voor.
Kinderen kunnen moeilijkheden ondervinden tijdens de leesontwikkeling. Ze hebben moeite met het automatiseren van de teken-klankkoppelingen. Dit betekent dat ze geschreven letters moeilijk kunnen omzetten in klanken (bv. bal lezen als dal). Kinderen gaan hun beperkt leesvermogen compenseren door een foutieve leesstrategie aan te nemen. Dit kan een radende of spellende leesstrategie zijn. De radende strategie betekent dat kinderen woorden gaan raden, waardoor er betekenisfouten gemaakt worden. Bij de spellende strategie gaan kinderen elke letter van een woord stil of luidop spellen voordat ze er een woord van maken. Beide strategieën zorgen ervoor dat het lezen minder vlot verloopt.
Kinderen kunnen moeilijkheden ondervinden tijdens de schrijfontwikkeling. Ze hebben moeite met het automatiseren van de klank-tekenkoppelingen. Dit betekent dat ze spraakklanken moeilijk kunnen omzetten in geschreven letters (bv. ik hoor het woord duif, maar ik schrijf deuf). Er treden problemen op bij het herkennen van basisklanken, maar ook de spellingsregels en onthoudwoorden zullen voor moeilijkheden zorgen. Hierdoor treden er hardnekkige fouten op tijdens het schrijven.
Kinderen kunnen moeilijkheden ondervinden tijdens het rekenen. Ze hebben meestal een beperkt inzicht in de getallenkennis (bv. groter/kleiner, getallenassen) en hebben moeite met het automatiseren van de rekenfeiten (bv. splitsingen) en de verschillende rekenprocedures (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delingen).